Het Techniekmuseum HEIM bestaat inmiddels dertig jaar en heeft in die tijd een gevarieerde collectie opgebouwd. De basis van deze collectie ligt in de ontstaansgeschiedenis van de industrie in Hengelo en Twente.
Tot diep in de 19de eeuw is er veel huisnijverheid in Twente. Vooral textiel. Er wordt geweven met handweefgetouwen. Na 1830 doet de stoommachine zijn intrede en in 1854 vestigt Charles Theodorus Stork zijn met stoomkracht aangedreven weefgoederenfabriek in Hengelo. Vervolgens verhuist hij ook zijn machinefabriek vanuit Borne naar deze stad. Dankzij onder meer Stork komt Hengelo op een kruispunt van spoorwegen te liggen. De industrie komt tot grote bloei.
Charles Theodorus Stork
Kort na 1900 wordt met de komst van twee elektrotechnische bedrijven de basis gelegd voor de verdere uitbreiding van de stad. R.W.H. Hofstede Crull verplaatst zijn Twents Centraal Station voor elektrische stroomlevering van Borne naar Hengelo en richt de Heemaf op. Hier is ook Floris Hazemeijer werkzaam. Hij is de grondlegger van Hazemeyer.
Rond 1930 is de textiel niet langer de belangrijkste werkgever. Zij wordt overvleugeld door de metaalsector en elektrotechnische bedrijven. Tot de dag
van vandaag bepalen de sporen van deze industrie het beeld van Hengelo als ‘Metaalstad’.
R.W.H. Hofstede Crull

